Krawatendorp

Lille, Krawatendorp sinds 1625

Krawatentocht

Krawatentocht (8,5 km)

Start- en finishplaats: Den Hert – Wechelderzande

Routebeschrijving

Vertrek net als de vijf Kroaten aan Huis Den Hert (gebouwd in 1603) richting Hof d’Intere. Steek voorzichtig de drukke baan over aan de kerk! Laat het kasteel voorlopig rechts liggen en volg wandelknooppunt 83. Loop de Pastorijstraat volledig af.

Steek het Zand (de betonbaan) over en vervolg je pad via de zandweg (knooppunt 88) tot aan het infobord van de Visbeekvallei. Sla rechtsaf en volg knooppunt 1, dat al snel overgaat in knooppunt 89. Als je op Achterzeggen (een brede zandweg) komt, verlaat je het knooppunt en blijf je op deze zandweg. Vergeet zeker het oer-Kempens landschap niet te bewonderen vanaf km 2,9!

Sla rechtsaf op het kruispunt (volg de pijl naar Lille). Sla weer rechtsaf aan het Heksenboom-monument en volg knooppunt 28. Kort hierna zie je rechts het idyllische bos waar het kwaad zich voltrok (ga zeker kijken in het eerste paadje rechts, maar keer terug!). Stap tot aan de voet van de brug aan de Oevelenberg (na 4,5 km). Volg knooppunt 1 via het paadje rechts naast de brug, en ga door de Visbeekvallei: 1,5 km puur genieten van onze mooie Lilse natuur!

Bij de paal met plaatjes van knooppunten 1 & 28 (met blad ‘Visbeekdries’) ga je van de zandweg. Ga rechtdoor het bos in en volg de kronkelende beek. Je komt terug uit op het punt aan het bruggetje met het infobord van de Visbeekvallei.

Volg terug knooppunt 83 tot aan de betonnen paaltjes. Sla hier linksaf en ga na 35 m rechtsaf in een smal steegje. Loop dit ten einde tot je terug op het Zand (de straat) uitkomt. Sla hier linksaf en neem na 150 m rechts knooppunt 21.

Loop de Vendelmansweg af en volg knooppunt 82 tot aan de parking van Hof d’Intere. Sla hier linksaf, ga over de parking en langs de speelzone (leef je uit!) achter het kasteel. Volg de kasseien richting grote baan.

Steek voorzichtig over, ga rechts en na 30 m onmiddellijk terug links de Huidevetterstraat in. Sla rechtsaf ter hoogte van het Seringenhof (smal steegje) en je bent er! Hopelijk heb je ervan genoten in de voetsporen van de Kroaten te treden.

Verhaal: ‘In de voetsporen van de Kroaten

Peeter Sas:
Hela, wij zijn Hendrik van Trier en Peeter Sas, en wij gaan elle laten zien hoe da wij de Kroaten begin april 1625 in een hinderlaag hebben gelokt, uit wraak voor geleden onrecht!

Hendrik van Trier:
Inderdaad, die mannen hebben onzen Adriaan een paar weken geleden een kopke kleiner gemaakt.

Peeter:
En bij ons in ’t dorp hebben ze geplunderd en geroofd; ze hadden vieze ziektes bij (pest, tyfus) en ze hadden onze kerk ingenomen, onze enige veilige burcht.

Hendrik:
En dat om een oorlog te voeren waar wij weinig zaken mee hadden: de Spanjaarden wilden koste wat het kost Breda innemen in hun eeuwige oorlog tegen de Oranjes en huurden daar de gerelligste soldaten voor in: de Kroaten, die hun jaren sleten in het grensgebied tussen de Turken en de Oostenrijkers. Nu komen ze hier in grensgebied tussen de Spaanse Nederlanden en de Hollanders paniek zaaien.

Peeter:
En daar hadden wij genoeg van. Wij wilden niet afzien zodat de Spanjaard en de Kroaat op ons kap een stad te gaan liggen belegeren! Ze bleven ons maar afpersen ook: in ruil voor bescherming eisten ze stro en vee en andere dingen.

Hendrik:
Toen die Kroaten voor de zoveelste keer iets kwamen opeisen in Wechel, hebben we ze met een smoes het bos in gelokt: we hadden het stro gezegd per ongeluk naar Lille verstuurd en ze moesten het daar maar gaan oppikken. Dus we lokten die nietsvermoedende Kroaatjes het bos in: kom maar mee, als ge durft!

Hendrik:
Ik heb de Kroaten hier dan met een list mee naar Lille gelokt via nen omweg langs de Herregracht, goe wetende dat de Peeter en zijn trawanten hier in een hinderlaag zouden liggen. Die omweg werd ook gedicteerd door de weersomstandigheden: heel drassig via de normale weg langs de Papendijk. Er lag natuurlijk nog geen brug of stenen weg tussen Lille en Wechel toen!

Peeter:
Die drassigheid kwam ook door het feit dat het pas half maart was beginnen dooien, na ne kei strenge winter. Daardoor waren ook veel oogsten mislukt en was er ook veel armeuj in Lille. Amper een schaap te vinden. En dan waren die gretige Kroaten ook nog al het vlees aan het opeisen en ook het graan aan het afsnijden, zoda we helemaal me lege handen achterbleven!

Hendrik:
En ik wilde natuurlijk wraak voor onzen Adriaan, dus ik leidde gewillig de Kroaten naar de Herregracht, als schapen naar de slachtbank. Het was een groepke van vijf Kroaten op twee karren, eentje door drie paarden getrokken, de andere door twee. Het ging om twee voermannen (die stuurden de karren en de paarden aan), twee soldaten en een officier.

Peeter:
En wij gingen dan hen liggen opwachten aan de Herregracht om onze slag te slaan… Wraak voor geleden onrecht! Ten aanval!

Hendrik:
Als ooggetuige van de moord vertel ik u graag wat hier exact 400 jaar geleden is gebeurd! Ik heb hier nog de papieren bij van mijn ooggetuigenverslag, dat vandaag nog bekend is. Ahum, ik citeer euh, mezelf: ‘Toen we onder het rechtsgebied van Lille kwamen op een heirbaan die, in een bosachtige streek gelegen, genaamd was de Heergracht, en we de hoek van een stuk land met houtgewas dat toen toebehoorde aan Gheraert Dierx, omdraaiden, zijn Peeter Sas, Peeter Molenberchs, Jan Nouts, Peeter Pauwels, Jan Poels en Peeter Olislagers op hen toegekomen. Peeter Sas nam het paard dat in de voorste wagen gespannen was bij de toom en heeft het van de bovengenoemde heirbaan afgeleid. Hij zei:

Peeter:
‘Ge moet ons volgen. Debetis nos sequi.’

Hendrik:
waarop ik antwoordde: ‘Wij rijden naar Lille om gesneden stro.’ Toen leidden Peeter Sas en co ons allemaal (de soldaten, voerlieden, de jonkheer en mezelf) met de twee wagens in een zijstraatje naar een stuk grond, begroeid met jonge eikenheesters en ander kreupelhout. Peeter Sas vroeg vervolgens aan de voermannen en soldaten:

Peeter:
‘Hedde gelle geen geld bij? Pecuniamne habetis?’

Hendrik:
De Kroaten schudden met hun hoofd, waarna onze Peeter hier met zijn kompanen alle Kroaten onmiddellijk vermoordden. Ik was zo overdonderd dat ik niet meer weet hoe dit geschiedde, maar ik getuig naar eer en geweten dat deze criminelen roers, stokken en kapmessen bij zich hadden.

Peeter:
Klopt, ja! De wraak was genomen en de Kroaten een kopje kleiner gemaakt. Terecht. Het haar rijst me nog ten berge van woede, als ik eraan denk hoe die Kroaten ons hebben liggen kloten. Maar ik weet ook nog goed hoe de wraak me geen genoegdoening bracht. We waren buiten onszelf en ik riep naar Hendrik, die op zijn benen stond te trillen: ‘Bij wie schaarde gij u, gidske! Toch nie bij de Kroatische korpsen?’ En onze Hendrik antwoordde:

Hendrik:
‘Ne-ne-nee. Be-be-bij elle natuurlijk!’

Peeter:
Daarna stelde ik voor om met de vijf paarden weg te gaan en de doden ’s avonds of ’s nachts te begraven en zijn we binnendoor vertrokken. We hielden ons Hendrikske hier bij ons, spanden de paarden uit en hebben tot diep in de nacht gescholen in de bossen van Lille en Poederlee.

Hendrik:
De Peeter en co hebben dan vanalles en nog wat bekokstoofd dat ik niet mocht weten en uiteindelijk lieten ze mij beloven dat ik wat gebeurd was, nooit zou verder vertellen, want anders:

Peeter:
Kraaak (met vinger over keel om aan te geven dat ze Hendrik dan een kopje kleiner zouden maken)

Hendrik:
Ik moest zeggen dat het een roofoverval was door Hollandse soldaten en dat heb ik dan maar beloofd. Ze lieten de paarden achter in de bossen en namen mij mee naar de kerk van Lille. Vlak voor ze daar aankwamen hebben ze mij uitgekleed: m’n hemdrok en m’n schoenen moest ik afgeven. Dat moest mijn verhaal van een roofoverval kracht bijzetten.

Peeter:
Inderdaad, maar onze braven Hendrik wilde nie luisteren, hè. Van zo gauw dat de autoriteiten verhaal kwamen halen, is hij gebroken. Vandaar dat ooggetuigenverslag, de paljas!

Hendrik:
Hela, kalm, hè, ik had al een familielid moeten afgeven!

Peeter:
Ja ja, zal wel. En de paarden hadden we eerst verkocht op de markt van Geel, maar we zijn ze moeten gaan terughalen. Dus we kwamen er nog berooider vanaf! Spijt dat ik had, van ons moordcomplot… Want het heeft nog meer miserie opgeleverd. Maar da’s voor subiet.

Peeter:
Hoe is het met mij afgelopen? Goe en nie goe. Eerst het goeie nieuws: normaal gezien kreegde de doodstraf als ge overheidssoldaten vermoordde, maar er waren verzachtende omstandigheden. We hadden veel miserie gehad met die Kroatische soldaten. We zijn dan ook vrijgesproken, op grond van wettige zelfverdediging! Ik moest wel me mijne goeie kameraad en buurman en getuige op mijnen trouw Peeter Molenberchs op bedevaart gaan naar Scherpenheuvel op 24 maart 1626. Ik moest ook fikse boetes ophoesten en werd in de lente van 1625 al aangeklaagd door een aantal dorpsgenoten voor een geldsom die ze hadden betaald aan de graaf van Anholt, wellicht om hem te sussen. En dat was nog niet alles! Dan kwam er in 1635 nog een of andere Jehan-Christoffel Smits langs die beweerde familie te zijn van de Kroatische officier die was vermoord. Dieje wou ook nog eens centen, en ik heb die opgehoest… Ik was lange tijd geruïneerd, maar ben er uiteindelijk toch in geslaagd erbovenop te komen. In de jaren 1650 maakt ik bv. deel uit van het bestuur in Lille en mijn zoon Jan Sas zou vooraanstaand notaris in Antwerpen en Zandhoven worden. De Sassen waren in ere hersteld, maar de Lillenaren kregen wel een eeuwige spotnaam, de ‘Krawaten’, een spotnaam die we vandaag als geuzennaam hebben omarmd.

(© Raf Van Rooy)

Folder:

GPX-file (klik om te downloaden)